Voedselbos

Een speciale vorm van permacultuur die steeds populairder wordt is het voedselbos. Daarbij wordt een situatie nagebootst zoals die ook in een natuurlijk bos voorkomt. Het is een compleet ecosysteem dat voor z’n eigen voedingsstoffen en meststoffen zorgt en waar water in voldoende mate wordt opgeslagen en vastgehouden. Verder zijn er meerdere groeilagen, waardoor de opbrengst per vierkante meter hoger ligt.

Minder onderhoud
Wereldwijd wordt door boeren en tuinders druk geëxperimenteerd met diverse vormen van permacultuur en voedselbossen. Een goed ontworpen voedselbos of permacultuurtuin levert hogere opbrengst op. Een juiste toepassing van permacultuur principes zorgt voor meer biodiversiteit, minder ziektes, water wordt beter vastgehouden, voedingsstoffen worden gerecycled, bemesting toevoegen is niet of minder van toepassing, bestrijdingsmiddelen zijn vervangen door natuurlijke bestrijders, planten zijn krachtiger en in een volwassen systeem is minder onderhoud nodig. Sommige partijen verwachten zelfs, dat permacultuur en voedselbos een oplossing kunnen bieden voor het wereldvoedselprobleem. Niet voor niets dat veel boeren momenteel aan het overschakelen zijn of een deel van hun land op proef omschakelen. Permacultuur en voedselbos passen ook goed in de ecologische uitgangspunten van de vereniging.

Negen groeilagen
In een voedselbos worden negen groeilagen onderscheiden:
1. Kruinlaag: hoge bomen (walnoot, tamme kastanje, kers en hoogstamfruit als appels en peren)
2. Tussenlaag: halfstam- en laagstambomen als pruimen, hazelaar, vlier
3. Struiklaag, zoals rode en zwarte bessen, frambozen
4. Klimmers als druiven, kiwi, hop, pronkbonen die zìch door het totaal heen slingeren
5. Kruidlaag (groenten, kruìden, bloemen)
6. Bodembedekkers:  o.a. aardbei, pompoen
7. Knollen (aardappels, wortels, uien e.d.)
8. Water- en moerasplanten
9. Funghi: mycohorhiza, mycelium en schimmels (zorgen voor decompositie, opname en transport van voedingsstoffen), ook: eetbare paddenstoelen.

Voedselbos demonstratietuinen op Diervoort en Philipsveld
Het bestuur heeft in de afgelopen jaren een gemeenschappelijk deel van de percelen Diervoort en Philipsveld bestemd als permacultuur experimenteer- en demonstratietuin en voedselbos. Zo kan er ervaring worden opgedaan met deze teeltwijzen, zonder dat de eigen vierkante meters er voor hoeven te worden opgeofferd. Om deze demonstratietuinen te realiseren is subsidie ontvangen van het Oranjefonds en Groen & Doen. Wie regelmatig mee helpt in het voedselbos heeft tevens oogstrechten.

In het voedselbos aangelegd op het vroegere koeienlaantje van de Diervoort staan bomen die stikstof afgeven aan de grond (o.a. de els) en fruitbomen en -struiken; de laan wordt begrensd door een takkenril waarin vele nuttige dieren en insecten leven. Voordat met de aanplant begonnen is, werd een rijke voedingslaag aangebracht met vier lagen mulch: onderop groenafval, daarop paardenmest, vervolgens houtsnippers, bovenop zelfgemaakte compost. Aan de wegkant is anderhalf kavel als voedselbos ingericht, voornamelijk omdat daar al veel voedsel gevende bomen en struiken stonden van de vorige tuiniers. De bodem daar was reeds gemulcht door de vertrekkende tuiniers.

Op het Philipsveld zijn aan de boskant twee kavels met een bostuin indeling, één tuin aan de rand van het perceel is omgevormd tot voedselbos. Het kavel waarop het voedselbos is ingericht had in feite reeds jaren een bostuinbodem, die tevens profiteerde van de bladval van de bomen langs de weg. Het realiseren van dit voedselbos geeft weer direct een heel andere dynamiek aan het biotoop ter plekke. Het duurt overigens een aantal jaren voordat een bodem is uitgerijpt tot rijke voedselbosbodem met stabiel bodemleven.